Pippa, hond die pinautomaten kent
Er is een noordelijk gebrek aan gastgezinnen voor leerling-blindengeleidehonden. Golden retriever Pippa had wél geluk. In Mantgum.‘Pin!’’, zegt de mevrouw, op korte afstand van de geldautomaat. De golden retriever die haar gezelschap houdt, treedt naar voren, veert op bij de muur en plant de voorpoten tegen de flappentap.
Het lijkt alsof de hoogblonde viervoeter wil zeggen: kom maar met je bankpas, vrouwtje, dit is waar je moet zijn.
De hond heet Pippa. Pippa is net een jaar oud en kent nu al commando’s die voor het gros van haar soortgenoten voor altijd abracadabra zullen blijven. Die komen misschien nooit verder dan ‘mooi zit’, ‘hier’ en met een beetje geluk ‘apport’.
Maar Pippa weet dus ‘pin’. En ‘post’; dan steigert ze tegen een brievengleuf van PostNL. Ze kent het verschil tussen ‘links’ en ‘rechts’. En brengt haar bazin tijdens het oversteken een afgemeten ‘stoep’ uit, dan markeert het kiene dier met haar voorpootjes de trottoirband.
Pippa is duidelijk geen gewone hond. Ze is een blindengeleidehond-in-de-dop. En de mevrouw aan het andere eind van de lijn is Nella Koolschijn uit Mantgum, haar ‘gastouder’.
Koolschijn heeft geen visuele handicap. Maar in Mantgum wordt Pippa wel klaargestoomd om in de toekomst aan een blind of slechtziend iemand gekoppeld te worden.
In Noord-Nederland is Koolschijn (67) momenteel een van de weinigen die deze verantwoordelijke taak op zich neemt. Er is in het Noorden een nijpend tekort aan gastgezinnen voor kandidaat-geleidehonden.
,,Bij ons zijn het er nu maar twee’’, vertelt hondentrainster Gerda Brakke. Zij is van Geleidehondenschool Herman Jansen. Die zetelt in Almere, maar heeft ook trainingsfaciliteiten in Drachten.
,,Twéé’’, herhaalt Brakke, die de pleegbaasjes bijstaat met raad en daad. ,,Terwijl ik er makkelijk zes of acht kan hebben.’’
Gevolg van het tekort aan gastgezinnen is dat er onvoldoende van deze speciale hulphonden kunnen worden opgeleid, terwijl daar wel grote vraag naar is. ,,Voor een blindengeleidehond geldt nu een wachtlijst van ongeveer anderhalf jaar’’, stelt Brakke.
Het is ook geen sinecure zo’n puppy in huis te nemen, heeft Koolschijn ondervonden, al worden de kosten voor bijvoorbeeld voer, medische behandelingen, of een bench door de school vergoed.
Pippa is haar eerste. Ja, vroeger, in haar twintigers, had ze twee dwergpoedeltjes, maar dat waren geen leerling-geleidehonden. Toen haar pensioen naderde, nam ze zich voor om ,,niet te gaan zitten duimendraaien’’, maar ,,iets leuks en tegelijk iets goeds’’ te doen.
Ze kwam uit bij Brakke en was bij een vrijblijvend bezoek aan een training ,,verkocht’’.
Pippa, zeven weken oud bij aankomst in Mantgum, bleek een handenbindertje. Ze ,,stuiterde alle kanten op’’ en knabbelde steeds op Koolschijns kuiten.
Overal ging de hond met Koolschijn mee. Boodschappen doen. Naar de bioscoop. Naar een crematie. Dat moest, want een volleerd blindengeleidehond wijkt immers ook nooit af van de zijde van zijn visueel beperkte makker.
Gaandeweg het intensieve trainingsprogramma ontwikkelde de golden retriever zich tot een gehoorzame, vriendelijke en uiterst knappe huisgenoot die niet van haar stuk te brengen is. Niet door andere honden. Niet door kinderen. Door niets.
Koolschijn is erg aan Pippa gehecht geraakt. En daarin schuilt misschien wel het moeilijkste van haar rol als gastouder. Die is immers maar van tijdelijke aard.
Gemiddeld een jaar nadat een interim-baasje zich over een geleidepup ontfermt, verhuist het dier naar Almere, naar school, om daar verder te worden klaargestoomd tot volwaardige rechterhand van een blind of slechtziend persoon.
Dat is immers het hogere doel waarvoor Koolschijn Pippa in huis haalde. ,,Maar ik weet nu al dat ik wat traantjes ga laten als Pippa naar Almere gaat’’, bekent ze. Die datum, half augustus, nadert met rasse schreden.
Als alles volgens plan verloopt, mag Pippa zich een half jaar daarna afgestudeerd geleidehond noemen. Koolschijn hoopt dan zo nu en dan nog eens een filmpje te krijgen. ,,Wat zal ik trots op haar zijn.’’